Type and press Enter.

Spoorloos

Hij kan het nauwelijks geloven dat zijn zoon weer terug is, na een halfjaar vermissing. Maar als die zoon hem verteld dat hij in die maanden illegaal vastgehouden werd door de geheime dienst van de Argentijnse junta, begint papa te twijfelen. Dat zijn toch allemaal maar geruchten?
Misschien is het wel een menselijke neiging om net te doen alsof onwelgevallige dingen niet bestaan. Als je in een dictatuur leeft, wil je dan weten dat er mensen ontvoerd, gemarteld en vermoord worden? Waarschijnlijk niet. Laat staan dat je je wilt voorstellen hoe het is om zelf in die situatie te zitten.
Het overkwam Claudio Tamburrini in 1978. Zijn moeder en zus worden mishandeld om zijn verblijfplaats te achterhalen. Claudio, die net terugkeert van een voetbalwedstrijd, kan zo opgepakt worden. Onschuldig, hij weet niets van geplande terreuraanslagen. Maar dat interesseert de ondervragers niets: namen willen ze hebben, van medeplichtigen.
In de villa waar hij vastgehouden wordt, ontstaat een sinistere mix van wantrouwen en verbondenheid tussen de gevangenen. Ze kunnen elkaar elk moment verlinken, daarmee hun eigen leven wellicht reddend. Maar om het verblijf draaglijk te houden, ondertussen levend onder de dreiging dat ze elk moment vermoord worden, hebben ze alleen elkaar. En als Claudio uiteindelijk wil ontsnappen, moet hij dat ook doen met mensen die geen brandschoon verleden hebben.
Tamburrini schreef over de ontsnapping een boek, dat nu verfilmd is door Adrian Caetano. Het knappe van Cronica de una fuga (kroniek van een ontsnapping) is dat het nauwelijks de gruwelen van de daadwerkelijke fysieke martelingen laat zien. De kreten van pijn, en de psychische marteling door de onmenselijke spanning op het randje van de dood, zeggeg genoeg. Caetano vertelt op die manier het verhaal dat zoveel regisseurs al eerder vertelden: zoiets mag nooooit meer gebeuren. Maar zelden werd zo’n boodschap, zeker als het gaat over de Argentijnse junta, zo goed gebracht als in Cronica de una fuga.