Type and press Enter.

Muse kan nog grootser dan groots

Je had al het rijtje groot, groter, grootst, Muse. Met de nieuwste langspeler The Resistance creëert het Engelse trio een extensie tot die categorieën: Muse in het kwadraat.

Bij elke nieuwe plaat van Muse vraag je je af of het nog bombastischer kan. En elke keer weer is het antwoord bevestigend. Absolution was al van een ongekende muzikale rijkdom, en je vroeg je af hoe drie mensen zo’n enorm geluid konden voortbrengen. Maar dat album had in ieder geval nog redelijk compacte singles als Time Is Running Out en Stockholm Syndrome.
Op opvolger Black Holes And Revelations moest je al beter zoeken naar rechttoe-rechtaan gitaarsongs. Muse werd steeds symfonischer, een ontwikkeling die op The Resistance is doorgezet en geperfectioneerd.

Vrijwel elk nummer is een symfonie op zichzelf. Voorman Bellamy weeft overal stukjes klassieke muziek in en gooit er zijn galmende stem overheen. Dan zijn er de typisch voortrazende stukjes Muse-rock én de refreintjes die refereren aan de jaren 80. Het trio mixt het allemaal achteloos aan elkaar in composities die geen enkele andere band ter wereld verzint.
Soms is het op het kolderieke af. Met name in United States Of Eurasia klinkt de band zo over-the-top dat je mag hopen dat ze het nummer met een knipoog gemaakt hebben. Aan het eind presenteren ze met Exogenesis wel een serieuze, heuse symfonie in drie stukken. Voor bijna elke band zou het commerciële zelfmoord zijn, maar Muse komt er mee weg. Het beluisteren van hun platen blijft een fascinerende én vermoeiende ervaring, maar is ook nu weer meer dan de moeite waard.