Type and press Enter.

Fish Tank toont rauwe kant Engeland

Fish Tank is nog geen vijf minuten onderweg of de vijftienjarige hoofdrolspeelster Mia heeft al met een kopstoot iemands neus gebroken, een poging tot diefstal gedaan en haar moeder meermaals tot kutwijf bestempeld.

Welkom in de working-class van Engeland. Of beter: de not-working-class, want in de troosteloze voorstad van Londen waar de film is gesitueerd, lijkt iedereen werkloos. De (jonge) moeder van Mia is in ieder geval drukker met alcohol en haar nieuwe vriendje dan met het zoeken naar een baan. Haar oudste dochter dreigt hetzelfde levenspad te kiezen. Als je al een keus hebt in dit milieu, waar survival of the fittest de enig geldende wet is op straat.

Buitenkant
Mia houdt zich volgens die wet overeind, met veel fysiek en verbaal geweld. Achter die harde buitenkant blijkt, tamelijk cliché, een persoon te schuilen die hunkert naar aandacht. Pas wanneer Mia alleen is, zich niet stoer hoeft voor te doen voor de buitenwereld, kan ze zichzelf zijn. En dansen op de muziek van de straat, haar grote passie.

Ken Loach
Regisseur Andrea Arnold (Red Road) stapt daarmee in de voetsporen van Ken Loach, die vaak op liefdevolle manieren de lagere sociale klassen portretteert. Rauw-realistische films zijn het, waarin liefde vaak een van de weinige lichtpuntjes van hoop is.
In Fish Tank is dat niet anders, al zorgen alle amoureuze verwikkelingen ook voor problemen. Maar aan het einde is het ook weer een baken van hoop en brengt het het gezin dichter bij elkaar in een ontroerende dansscène. Precies zoals in een goede Ken Loach-film, inderdaad.