Type and press Enter.

De gespleten persoonlijkheid van Martha Marcy May Marlene

Je kijkt in haar ogen en weet dat er iets niet klopt. Martha lijkt niet alleen opgejaagd wild, ze ís het ook. En daarom rent ze in de openingsscène weg van haar belagers, dwars door het bos, op weg naar haar zus, met wie ze twee jaar geen contact had.

Niet dat het daar rustig wordt in haar hoofd. De demonen blijven haar najagen, terwijl ze voor haar zus Lucy een betonnen muur bouwt tegen haar nieuwsgierigheid. Of misschien is het wel zelfbescherming, want stukje voor stukje toont regisseur Sean Durkin wat er in die twee jaar gebeurde.

Sekte
Martha zat in een sekte. En vanaf de eerste seconden voel je de dreiging. De onontkoombare hersenspoeling, de gedwongen onderwerping aan leider Patrick. “We houden van je, maar dan moet je je wel een beetje open stellen”, zo luidt de standaard manier waarmee hij zijn machtsspelletjes begint.
De regisseur speelt met hem mee. Op meesterlijke manier schakelt hij naadloos tussen Lucy’s huis en de gebeurtenissen in de sekte. Terwijl bij Lucy thuis (en in Martha’s hoofd) de situatie steeds explosiever wordt, is het gissen of je naar de herinneringen in het hoofd van de hoofdrolspeelster zit te kijken, of naar feitelijke gebeurtenissen.

Kookpunt
Zo borrelt Martha Marcy May Marlene continu in een schizofrene sfeer net onder het kookpunt. Voor haar zus heet ze Martha, in de sekte heet ze Marcy May, als de buitenwereld hen opbelt heten alle vrouwen daar Marlene. Identiteitsloos, dat zijn ze, onderworpen aan de wensen van de mannen en vooral opperleider Patrick. De angst dat hij met de sekteleden terugkeert om Martha op te halen, houdt de spanning levend.
Maar voor de film is het antwoord op die vraag uiteindelijk minder relevant. Veel belangrijker is de vraag, hoe sterke vrouwen zoals Martha zo hun eigenheid kunnen verliezen in wat aan de buitenkant een idyllische wereld lijkt.