Nog steeds zwaar onder de indruk van Georgië. Op donderdagochtend liep ik vlakbij de badhuizen van Tbilisi, die vaak door rijke westerse toeristen (zoals ik, ja) bezocht worden. Naast een van de koepels van de baden zat een man ineengedoken, zonder broek, die zich warm hield met een vuurtje.
Je schaamt je rot als je dan als westerling niets bij je hebt. Sommigen moeten leven van twintig lari per maand, zo’n negen euro. Als je hen 1 of 2 lari geeft, weten ze niet hoe dankbaar ze moeten zijn. Terwijl je je als westerling rond schaamt dat je niet eens een euro geeft.
Armoede komt in elk geval in een iets ander perspectief te staan. In Georgië was het echt een overlevingsstrijd voor zeventig procent van de bevolking. Het wordt echt hoog tijd dat de omstandigheden daar verbeteren. De tranen stonden daadwerkelijk in mijn ogen bij de aanblik van arme, oude mensen, zo kreupel dat ze nauwelijks hun hand open konden houden om te bedelen.
Op de weg naar Georgië stonden de tranen trouwens ook al in mijn ogen. Ja, misschien word ik wel sentimenteel 😉
Maar ook deze aanval van emotionaliteit had een goede reden: het boek Nooit meer zaterdag van Michel Boerebach, mede geschreven door Trouw-journalist Rob Pietersen. Boerebach was ooit een redelijk succesvol eredivisievoetballer, speelde onder andere bij FC Twente, Roda JC en PSV. In 2003 verloor hij bij een auto-ongeluk zijn zoontjes Lesley (12) en Sven (10). Zijn ex-vrouw Dora, die het voertuig bestuurde, raakte zwaargewond. Het ongeluk werd veroorzaakt door een roekeloze, haastige automobilist.
Pietersen interviewde Boerebach over dat drama, uiteindelijk besloten ze er samen een boek van te maken ter nagedachtenis van de twee jochies. De ex-prof vertelt openhartig over de slapeloze nachten, de zeven flessen wijn per dag, de strijd om verder te leven. Het is de verwerkelijking van de nachtmerrie van iedere vader. Zonder vals sentiment opgeschreven door Pietersen. Wie het relaas leest, het woord rillingen zou op deze plek een cliche zijn.