Eigenlijk is het op een trip als deze niet de vraag OF, maar vooral WANNEER je een keer goed ziek wordt. Het antwoord: Transsylvanië.
Dat klinkt vooral naar Dracula, maar wees gerust, de vampier deed me geen kwaad. Waarschijnlijk was het een tamelijk irritante bacterie die me na een maaltijd in een Libanees restaurant in Boekarest is gaan vergezellen. De eerste diarree-aanval kon nog gestopt worden met pillen, een dag later gingen de sluizen echter open zoals ze in mijn herinnering in mijn leven nog nooit open gingen. Vijftien keer in een etmaal naar het kleine kamertje, niet kunnen eten, lichte koorts, ik zou bijna medelijden met mezelf krijgen.
Maar goed, met Iztok langs het bed en een paar kilo lichter knapte ik na twee dagen in Brasov op. Dat was afgelopen zaterdag, sindsdien is hard gewerkt aan het herstel van gewicht, conditie en vochthuishouding. Kwiek en fit tuffen we dus weer verder en het helpt dat we ondertussen aangekomen zijn op wat bekender terrein. Hrastnik, Slovenië, waar Iztok’s ouders wonen. De Europese Unie dus en niet de duistere Balkan.
Al was ook dat een geweldig avontuur, voor zover ik het meegekregen heb. Roemenie is een land van sjacheraars, waar twee handige handelaren ons naar een roeibootje loodsten en 100 Lei (50 euro) durfden te vragen om ons naar een honderd meter verder gelegen eiland te varen. We zijn dus uitgestapt om niet meer in te stappen, al daalde de prijs ineens spektaculair met zeventig procent binnen een minuut.
Zo’n land dus. Soms gastvrij, veel vaker macho en nors. Gedomineerd door mannen. Met prachtige landschappen. Mogelijkheden om te zwemmen en te skien. Of je te pletter te rijden op de wegen, want hoe de heren er ooit een rijbewijs kregen is een raadsel. Bizar uitbundige paleizen, maar ook klootzakken die je bedonderen als je tien seconden niet op let.
Een avontuur dus. Fascinerend, maar het was niet vervelend om te verkassen nar Belgrado. Langzaam reizen we naar het westen, waar niet alles maar toch wel veel beter is. De hoofdstad van Servië is een stuk vriendelijker en relaxter dan zijn Roemeense en Bulgaarse evenknieen, al kan dat ook door de lentezon komen. Uiteraard hebben we een bezoekje gebracht aan het graf van de legendarische Josip Bronz Tito, die erin slaagde Joegoslavie bij elkaar te houden. We zullen de stad in ons achterhoofd houden voor eventueel ooit nog een citytrip. Maar eerst een paar dagen in de heuvels rond Hrastnik ronddwalen, voordat we volgende week de eindsprint inzetten via Ljubljana naar Nederland!