Type and press Enter.

Bono aanraken in de bioscoop

Heel even lijkt Bono me aan te raken. Hij wijst met zijn hand naar mijn gezicht, het zweet is bijna te ruiken. Maar een herhaling van ons eerste en enige contact, in augustus 2001 tijdens een concert in Antwerpen, blijft uit tijdens de film U2 3D.

Je waant je soms naast de wereldberoemde zanger in de driedimensionale film. Het gevoel van nabijheid, het kunnen zien van de kleinste details, dát is de meerwaarde van de techniek. ‘Je waant je als kijker vijfde bandlid’, schreef Volkskrant-recensent Bor Beekman. Nou vroeg Bono zichzelf onlangs al af of je daar zo blij mee moet zijn. ‘Op een klein scherm is het al erg genoeg. Nu zie je die enorme kont van mij dertien meter groot.’

Première
Vanaf afgelopen donderdag is in Nederland U2 3D te zien. De eerste digitale concertfilm met een derde dimensie moet de al vaak voorspelde doorbraak van 3D naar een groot publiek realiseren. De regie is in handen van Catherine Owens, al decennia verantwoordelijk voor de videokunst van de Ierse band bij hun concerten, en Mark Pellington (onder andere bekend van de Jeremy-clip van Pearl Jam). Het duo schoot begin 2006 zeven van de acht optredens van U2 tijdens het Zuid-Amerikaanse deel van hun Vertigo Tour. Voor de close-ups speelde de band nog een tiental nummers zonder publiek in Buenos Aires, waar ook het grootste deel van de film mét publiek werd opgenomen.
U2 3D is uiteindelijk een 85 minuten durende compilatie van het concert geworden, met in totaal veertien nummers. ‘De 3D-techniek, lange tijd verbannen tot de kelder van de bioscoopbeleving, staat aan het begin van een tweede opmars’, denkt Beekman.

Scepsis
Maar scepsis blijft op zijn plaats: al in de 19de eeuw waren de eerste experimenten met 3D-film. Pas halverwege de vorige eeuw was de techniek ver genoeg ontwikkeld om een groot publiek aan te kunnen spreken. Met de kwaliteit bleef het echter behelpen: tot in de jaren negentig bleef de derde dimensie op het speciale zilveren bioscoopscherm meer een gimmick dan een toegevoegde waarde.
De laatste jaren zijn de bestaande technieken echter zo verfijnd dat de nieuwste blockbusters wellicht wél in 3D worden geschoten. Terwijl de basisprincipes -in de jaren dertig door Edwin H. Land bedacht, later doorontwikkeld door de Hongaar Felix Bodrossy- hetzelfde zijn gebleven. Elke scène wordt gefilmd met twee camera’s, eentje om het linker- en de ander om het rechteroog te simuleren. De beelden voor het linker- en rechteroog worden om en om getoond, in een tempo van 144 frames per seconde (een normale film draait meestal met 24 frames per seconde). De glazen van een speciale bril zorgen dat het linkeroog alleen de frames voor dat oog ziet en vice versa. De hersenen lassen vervolgens de beelden vloeiend aan elkaar en creëren een illusie van diepte: het is net alsof de kijker op de set staat.

Theorie versus praktijk
Tenminste, dat is de theorie. De praktijk was tot nu toe dat de speciale brillen niet goed genoeg waren en kijkers met hoofdpijn achter lieten. Bovendien waren de speciale projectoren vaak duur, net als de productie van de films. Maar met de komst van digitale technieken is dat allemaal aan het veranderen.
Het belangrijkste bedrijf op dit terrein is Real D uit Californië. Het verbeterde onder andere de brillen en ontwierp een digitale projector. In 2005 zorgde de animatiefilm Polar Express voor een eerste kleine doorbraak: in Amerikaanse 3D-theaters bracht die film per scherm veertien keer meer op dan in ‘ouderwetse’ 2D-zalen, geen onbelangrijk argument in Hollywood. De meest recente aflevering in de Harry Potter-reeks (Order of the Phoenix) werd voor een deel in de derde dimensie geschoten. Net als The Dark Knight, de nieuwste Batman-film die komende zomer verschijnt.

Afgelopen zaterdag liep de Imax in de Pathé Arena in Amsterdam in elk geval vol voor het Ierse kwartet. Dat na afloop een applaus kreeg van de bioscoopbezoekers alsof het een echt concert was geweest, zo indrukwekkend (The Fly!) was het bij momenten. En dan te bedenken dat de brillen niet helemaal state-of-the-art waren en het scherm niet bol was zoals in het Omniversum in Den Haag, wat naar verluidt voor een optimale 3D-ervaring zorgt. Dat biedt dus hoop voor de toekomst.