Slecht nieuws voor Billy Corgan-haters: de voormalige voorman van The Smashing Pumpkins is terug. Inclusief zijn neiging tot megalomanie, zijn ambitie om de grootste band ter wereld te worden en zijn vermogen om onweerstaanbare popliedjes te schrijven. En als hij in het veertien minuten durende epos Jesus I/Mary Star Of The Sea zingt ‘Jesus, I have taken my cross’, weet je dat er nauwelijks iets veranderd is.
Corgan wordt nog steeds voortgedreven door meesterdrummer en ex-Pumpkin Jimmy Chamberlain en een vrouw op bas (Paz Lenchantin, ex-A Perfect Circle). Aangevuld met twee gitaristen vormen ze Zwan, maar eigenlijk is het de re?ncarnatie van de eind 2000 overleden Pumpkins. Hun laatste plaat Machina loopt vrijwel naadloos over in de veertien nummers van Mary Star Of The Sea. Met als grootste verschil dat de scherpste randjes weg zijn gevijld: het tempo ligt wat lager, Corgan schreeuwt en gilt niet meer en het gruizige gitaargeluid is verdwenen.
Het is allemaal wat minder spannend en daarmee is voor sommigen misschien de charme van de Pumpkins verdwenen. Maar voor veel meer mensen zal Zwan eindelijk een genietbaar, acceptabel alternatief zijn. Na twee keer luisteren zitten de meeste songs (het mierzoete Of A Broken Heart!) in je hoofd geramd. Corgan weet met Zwan zijn megalomanie eindelijk wat beter te verbergen en of je nu wil of niet, hij gaat er weer hele volksstammen mee op de been krijgen.