Even moest ik gisteren denken aan de film Festen. Zelfde bioscoopzaal, zelfde doodse stilte na afloop van de film. Deze keer ging het om Paradise Now, een indrukwekkend werkje over twee Palestijnen die met een gordel vol explosieven om hun lijf een aanslag willen plegen. Halverwege begint 1 van de twee vrienden hevig te twijfelen. De film kent slechts 1 zwakke plek, maar de ingetogen stijl doet iedere bezoeker lijkbleek naar huis gaan.
Paradise Now staat dus in de lijst van beste films van 2005. En erg hoog ook. Helemaal bovenaan staat Mar Adentro. Ook niet echt een vrolijke rolprent, over een Spaanse gehandicapte man die na jaren ziekbed euthanasie wil plegen. Ontroerend is wel het understatement van het jaar.
Tarnation was een waanzinnig egodocument, een pijnlijke autobiografie over het volkomen verwrongen familieleven van de maker. Net zo gestoord, maar dan prettig gestoord, was The life aquatic wih Steve Zissou. Ook zo’n prent die toch wel onder de twee bovengenoemde films komt.
Hollywood is bij mij geen scheldwoord. Niet per definitie in elk geval. De laatste Harry Potter bijvoorbeeld (Goblet of Fire) is wat mij betreft de beste uit de reeks tot nu toe. Ook Batman Begins is de sterkste uit de hele reeks. Ook A History Of Violence, met Viggo Mortensen, was vande eerste tot de laatste minut boeiend. In de categorie ‘toegankelijk’ valt verder ook The Edukators, al was dat een Duitse film.
Ongelooflijk veel films weer gezien dus. Crash bijvoorbeeld verbond totaal verschillende mensenlevens met elkaar door allerlei ongelukken. Ook verplichte kost was Manderlay, de opvolger van Dogville, ook van Lars von Trier. De opvolger van Amelie werd Un long dimanche de fiancailles, en die was eigenlijk net zo goed. Howl’s Moving Castle, een Japanse tekenfilm, was net zo bijzonder. Op cinematografisch vlak was 2005 dus eigenlijk behoorlijk goed. Beter dan de muziek? Wie weet. Daarover de komende dagen meer op dit blog.
Ps nog niet gezien: King Kong, The Machinist en Non ti muovere