Het brein is een dynamisch, levend iets, lacht de psychiater. Het registreert niet alleen, het filtert de ergste herinneringen of voegt gebeurtenissen toe die niet eens gebeurd zijn, vertelt hij Ari Folman in de animatie-documentaire Waltz with Bashir.
De Israëlische regisseur kreeg twintig jaar na de oorlog in Libanon, waar hij als soldaat bij betrokken was, ineens last van een terugkerende droom. Dat hij en zijn makkers naakt in de zee lagen en bij het ochtendgloren het strand van Beiroet opliepen om hun werk te gaan doen. Maar verder kon hij zich niets meer herinneren van wat zich tijdens de oorlog afspeelde, terwijl Folman er toch echt zelf bij was.
Oude vrienden
De regisseur besloot, op aanraden van zijn bevriende psychiater, zijn oude maten op te zoeken. Puzzelstukje bij puzzelstukje reiken ze hem aan over zijn eigen verleden. Traumatische gebeurtenissen die door het dynamische geheugen gewoon ‘van de harde schijf gewist zijn’, zoals een van hen zegt. Uit zelfbescherming.
Zo is Waltz with Bashir vooral een boeiende getuigenis van de kracht van het brein. Sommige gruweldaden zijn niet te bevatten en daarvoor worden we vaak beschermt door ons eigen geheugen. Folman geeft daar in cinematografisch opzicht nog een logische, maar ongewone wending aan: de meeste anekdotes zijn zo akelig, dat hij ervoor koos om de documentaire als animatiefilm te presenteren.
Verzacht de ellende
Die keus geeft Waltz with Bashir toch nog een bepaalde schoonheid mee. Het verzacht de ellende voor de kijker een beetje en zorgt ervoor dat de actie niet afleidt van waar het om gaat: hoe gaat het brein om met gruweldaden? En natuurlijk: hoe gaat een volk om met zijn gruweldaden? Want de soldaten die terugkeerden van het front, stonden er qua verwerking alleen voor.
Zo wordt Waltz with Bashir ook een anti-oorlogs-pamflet. Je kunt je alleen afvragen of het nodig is dat de documentaire zo veel oud zeer naar boven haalt. Want in 1982 keken de Israëliërs in Beiroet even de andere kant op toen christelijke falangisten in de vluchtelingenwijken Sabra en Shatila een slachting aanrichtten onder Palestijnen, vertelt de documentaire nog maar eens. Alsof er alsnog een Israëlische schuldbekentenis nodig is, toont regisseur Folman in de laatste vijftig seconden echte beelden van de honderden doden in die twee kampen. In een film die juist uitblijkt in nuances, is dat de enige verkeerde keus.