Met Trainspotting maakte regisseur Danny Boyle een drugsdrama. The Beach was een tropische thriller, 28 Days was science-fiction en horror ineen, Slumdog Millionaire een feelgood sloppenwijkfilm. Qua thematiek is er dus geen peil op te trekken bij Boyle, maar ook in zijn nieuwste werk 127 Hours blijkt weer eens dat juist zijn visueel overdonderende stijl zijn films kenmerkt.
Aron Rolston was in 2003 net 27 jaar oud toen de ervaren hiker klem kwam te zitten in een bergspleet in Utah. Zijn rechterarm zat tussen een gevallen rotsblok en de miljoenen jaren oude rotswand in. Na 127 uur bleek de enige weg naar overleving het afsnijden van de onderarm met een bot zakmes, wat het slachtoffer later uitgebreid beschreef in het boek Between A Rock And A Hard Place.
Hyperactief
Hoe verfilm je een verhaal waarin je hoofdpersoon grotendeels vast zit op een vierkante meter? Boyle’s antwoord is, zoals bij hem wel vaker, door een hyperactieve vertelstijl te hanteren. Dat past ook bij Ralston, een energieke jongeman die er in de weekens op uit trekt om met de mountainbike en al lopend zo ver mogelijk de wildernis in te trekken.
127 Hours oogt bij vlagen als een videoclip. Snelle montage en rockmuziek worden afgewisseld met momenten van introspectie of met hallucinaties, waarin de jongeman fantaseert over vriendinnetjes of in gedachten afscheid neemt van zijn ouders. Maar dit is geen zelfgekozen afscheid, en het is zeker geen zelfgekozen afzondering zoals in Into The Wild. Het is een overlevingsstrijd, een demonstratie van levenswil en levensvreugde zoals we die kennen van bijvoorbeeld Slumdog Millionaire.
Oops
James Franco is wat dat betreft perfect gecast als hoofdrolspeler. Zoals Boyle’s films nooit psychologisch en thematisch te diep gaan, laat Franco ook niet alles zien van wat er in zijn hoofd om gaat. Hij is intelligent maar ongecompliceerd. Hij maakt de kijker geen deelgenoot van de rationele afwegingen in zijn hoofd die hem doen besluiten zijn eigen arm af te snijden. Af en toe geeft hij een glimp in zijn ziel door tegen de pocketvideocamera te spreken over de verwikkelingen die hem in deze benarde situatie brachten. Uiteindelijk vat Ralston die samen in één woord: ‘Oops’.
Dat directe maakt Ralston ook menselijk, innemend en dus inleefbaar voor de kijker. Boyle drenkt dat meeslepende verhaal in warme kleuren en een onontkoombaar hoog tempo. 127 Hours is geen indrukwekkende karakterstudie, maar een 90 minuten durende adrenalinestoot, een real-life zwarte komedie en een visueel feest tegelijk.