Gezond kan het niet zijn. Voor de film The Machinist verloor Christian Bale bijna dertig kilo om een graatmagere, aan waanbeelden lijdende fabrieksarbeider te kunnen spelen. Vervolgens was hij de stoere, gespierde Batman. Die rol heeft hij inmiddels weer opgepikt voor een vervolg, maar daartussen speelde hij ook de rol van Dieter Dengler.
Inderdaad: de Amerikaanse piloot die in 1966 neerstortte in Laos en uitgemergeld zijn gevangenschap in de jungle overleefde.Prachtig materiaal voor een film. Vond ook regisseur Werner Herzog, die er eerst een documentaire van maakte (Little Dieter needs to fly). Vervolgens besloot hij nog eens het verhaal te reconstrueren, als een echte film. Al voelt Rescue Dawn soms als een documentaire: de camera zit zo dicht op de hoofdrolspelers dat je soms de bladeren van de jungle kunt voelen als kijker.
Zo intens hoort een film dus te zijn. Maar waar Herzog vooral in slaagt, is om de spanning tussen de medegevangenen tastbaar te maken. Ze balanceren allemaal op de rand van waanzin, behalve dan Bale, die soms net iets te glad lacht om geloofwaardig te zijn. Dat deed hij in The Machinist toch beter.
Maar het onderlinge wantrouwen en de gezamenlijke band, het maken van ontsnappingsplannen, de eeuwige trouw en de wanhoop van de naderende dood maken Rescue Dawn zo goed. Geen absoluut historisch meesterwerk, maar het is wel typisch zo’n film die behoorlijk in de smaak zou kunnen vallen bij de uitreiking van de Oscars.