Het is vreemd dat de gruwelijkste misdaden op de een of andere manier toch fascinerend zijn. Misschien is het de verwondering dat mensen zo ongelooflijk slecht kunnen zijn. Misschien is het pure nieuwsgierigheid. Of misschien is die enorme aandacht een poging om het eigen geweten rein te maken. De aanslagen op het World Trade Center zijn een mooi voorbeeld: gruwelijk, maar fascinerend tegelijk.
Hetzelfde is er aan de hand met de wandaden van de nazi’s. Ontelbare films zijn er over uitgebracht. Aanvankelijk enkel door de winnaars. Maar de laatste jaren is er haast een trend te zien, alsof ook de verliezers proberen om hun verdriet eindelijk eenn plaats te geven door de misdaden in alle openheid te bespreken. Zo verscheen vorig jaar Der Untergang, een reconstructie van de laatste dagen van Hitler in zijn bunker in Berlijn terwijl het Derde Rijk om hem heen instortte.
Nu is er ook Sophie Scholl, die letzten Tage. In Duitsland was de film een enorme hit. Niet verwonderlijk,omdat het op historische feiten gebaseerde verhaal tot op het bot politiek correct is.
Sophie Scholl maakte in 1943, onder andere samen met haar broer, deel uit van De Witte Roos, een verzetsbeweging van studenten uit Munchen. Ze verspreidden onder andere pamfletten tegen het regime van Hitler. Op een onbewaakt moment worden Sophie en broer echter betrapt.
Dagenlang worden ze verhoord. De film volgt enkel de gesprekkentussen rechercheur Mohr en Sophie. Een psychologisch spel, waarbij de studente pas breekt als haar broer bekend blijkt te hebben. De doodstraf lonkt, maar de rechercheur biedt haar nog een laatste uitweg.
Het zijn vooral deze verhoren, en vooral het uitstekende acteerwerk, die de semi-documentaire ervoor behoeden in goedkoop sentiment te vervallen. Enkel bij de rechtszaak wordt het verschil tussen goed en kwaad iets te simplistisch voorgesteld. Maar dankzij de acteerprestaties behoudt de kijker, ondanks de kille nazi-mentaliteit, na afloop nog steeds vertrouwen in het goede van de mens.